Door het oog van de naald.
Jacques Chapelure | 5 juli 2015Vrienden van Jacques! Daar ben ik dan. Mijn eerste bijdrage tijdens deze Tour die nu al memorabel mag heten. Een klein excuus mijnerzijds. Ik ben er gisteren niet live bij geweest. De directeur had me strafcorvee toebedacht. Een kleingeestige maatregel voor een vergissing met wat wachtwoorden. Ik ben ervan overtuigd dat u er geen enkele hinder van had. Maar ja, de keuze was “corvee of ww”. En omdat ik weet dat de heren Felix en Ted nimmer ww-premie afdragen, was de keuze slechts beperkt tot de helft van de aangeboden mogelijkheden. Het is niet anders.
Maar vandaag was een andere dag. En wat voor dag. Zelfs het weerbericht blaakte van Tourenthousiasme. Waarom anders gold Code Geel. Overigens heb ik gemengde gevoelens bij de term Code Geel, omdat die wel erg lijkt op Fall Gelb, en dat bracht in 1940 heel andere pelotons naar de lage landen. Heeft u me gezien in Utrecht? Ik stond vlakbij de burgemeester kort voor dat schattige meisje kordaat de schaar in het lint zette. Ze moest twee keer knippen, wat mogelijk werd veroorzaakt doordat ik mijn microfoonkabel langs het lint had gelegd. Nou ja, dacht ik, dan maar een dagje genoegen nemen met een schrijvende rol. Zo ver zou het niet komen.Laat me duidelijk zijn. Ik was op tijd en op de goede plek. Ik zag de renners onder de Domtoren passeren. En allemaal waren ze voor het zingen die kerk weer uit. En laat nou bij het zingen enig ongemak ontstaan. Want, u zag het op tv, een paar bochten verderop hield het hele circus halt voor het startlint. Een officieel uitgedost koor hief de Marseillaise aan. Jawel, nipt 200 jaar nadat de Fransoos het land uit was geknikkerd na een akkefietje bij Waterloo. Vol overtuiging klonk het “Aux armes citoyens, Formez vos bataillons” en nog wat bloeddorstige frasen. Voordat ik tot 3 kon tellen, flapte ik er tegen mijn buurman uit “Als dat maar geen terreurdreiging, code geel, is.” Tot dat moment had ik niet gezien dat mijn buurman een oortje droeg.
In de volgende scene kon ik zelfs niet tot 2 tellen. Ik lag al in de houdgreep op de Utrechter kasseien, buiten het zicht van de camera’s. “Terreur” was een van de woorden waar mijn buurman bijzonder op getraind had. Het gevolg was dat ik de coureurs nog net zag vertrekken maar aansluitend een geblindeerde rondrit maakte. Ergens in een bosrijke omgeving werd ik een grauwe betonnen barak ingestuurd. Ook hier bleek alles geblindeerd. Er was slechts één bureaulamp, maar die werd zo fanatiek op mij gericht dat ik nog niet kon zien waar of met wie ik nu was. Er begon een interview dat mij op zijn zachts onhoffelijk voorkwam.
Ach, u zit hier niet op te wachten. En de ergste pijn begint al te zakken. Laten we het erop houden dat ik mijn onschuld overtuigend heb aangetoond. Jammer dat het de hele middag kostte. Dan maar naar Antwerpen. Ik schuw geen enkel middel om daar te geraken. Dat alles om u, mijn geliefd publiek, de details te kunnen melden die elke andere verslaggever ontgaan. Zelfs Karel Kettingkast, en da’s voorwaar geen kleintje.
Recente reacties